Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dit is het [36]hefoffer, dat gijlieden offeren zult: het [37]zesde deel van een efa van een homer tarwe; ook zult gij het zesde deel van een efa geven van een homer gerst. 36. Of, de offeranden die, enz. Hebreeuws, de heffing die gij zult heffen. Dit verstaan sommigen van hetgeen het volk het ganse jaar door zou opbrengen tot de gewone offeranden des tempels. [Anderen duiden het op de inwijding des tempels]. Van de offeranden in het algemeen, zie boven hfdst.40 vs.39. 37. Hebreeuws alsof men zeide: zessen; dat is het zesde deel geven; gelijk vertienen, het tiende deel geven.